openbaar maken (v) (nieuws) | annoncer (v) (nieuws) |
openbaar maken (v) (nieuws) | dévoiler (v) (nieuws) |
openbaar maken (v) (nieuws) | déceler (v) (nieuws) |
openbaar maken (v) (nieuws) | révéler (v) (nieuws) |
openbaar maken (v) (adverteren) | annoncer (v) (adverteren) |
openbaar maken (v) (nieuws) | faire ressortir (v) (nieuws) |
openbaar maken (v) (adverteren) | afficher (v) (adverteren) |
openbaar maken (v) (adverteren) | faire savoir (v) (adverteren) |
openbaar maken (v) (adverteren) | notifier (v) (adverteren) |